Robin is een echte nachtbraker. Hoewel ze overdag aanwezig is, schittert ze ’s nachts pas echt. Dat is met name te danken aan haar beste vriendin die haar altijd gezelschap houdt. Haar vriendin is oogverblindend mooi. De meeste mensen komen voor haar uit bed. Je kunt zelfs zeggen dat de meesten van ons niet zonder haar kunnen leven.
Robin is een beetje jaloers op haar beste vriendin. Ze wil graag aandacht, maar weet nog niet zo goed hoe. Hoewel haar vriendin Robin altijd in de schijnwerpers plaatst, lijken de meeste mensen geen oog voor haar te hebben. Robin besluit om haar zorgen te delen met haar beste vriendin.
Nadat Robin haar verhaal verteld heeft, zegt haar vriendin geruststellend: “Mensen moeten de echte jij zien.”
“Hoe moet ik dat doen”, vraagt Robin ongeduldig. “Ik ben klein en onbelangrijk vergeleken met jou.”
Haar vriendin neemt een moment om na te denken en zegt dan zelfverzekerd: “Ik heb een plan! Wacht maar.”
Robin wacht…en wacht…en wacht, maar er gebeurt helemaal niets. De dag gaat over in de nacht. Robin denkt bij zichzelf, bezorgd: “Waar is ze? Ze zou hier moeten zijn rond deze tijd.”
De tijd verstrijkt en Robin begint vertrouwen te verliezen in haar vriendin: “Is dit haar grote plan? Hoe moeten de mensen me nu opmerken?”
Maar dan, gebeurt er iets onverwachts. Terwijl Robin op haar vriendin wacht in de holst van de nacht, begint ze haar ware kleuren te tonen. Een prachtige rode gloed omringt haar en toont haar fijnmazige details.

De mensen stoppen met waar ze mee bezig zijn en kijken allemaal naar Robin. Ze zijn betoverd door deze onbekende aanblik. Ze kunnen niet wegkijken van dit spektakel.
Robin voelt zich een beetje verlegen zonder haar beste vriendin, wat haar rode aura versterkt. Hoewel ze de aandacht fijn vindt, mist ze haar vriendin. “Waar ben je?”, schreeuwt Robin.

Opeens ziet Robin uit haar ooghoeken een fel licht opdoemen. Haar kleuren beginnen langzaam te vervagen. De mensen verliezen hun interesse in Robin en gaan weer verder met hun leven. Robin voelt zich verdrietig, want ze begint net te wennen aan alle aandacht. Het felle licht neemt nog steeds in kracht toe, totdat ze opeens een bekend gezicht ziet. Een paar tellen later hoort ze een herkenbare stem: “En, heeft het gewerkt?”
Robin straalt en is blij om haar beste vriendin weer te zien: “Heb jij dat gedaan? Het was geweldig. Je had eens moeten zien hoe de mensen keken toen ik van kleur veranderde.”
“Om eerlijk te zijn had ik wat hulp van een goede vriendin. Hoe was het, om in het middelpunt van de belangstelling te staan?”
“In het begin was het fantastisch. Maar ik moet toegeven”, Robin schraapt haar keel, “ik heb je wel gemist. Wat heb je aan al deze aandacht, als je niemand hebt om het mee te delen? Je bent een geweldige vriendin, en ik weet niet wat ik zonder jou zou moeten”. Robin glimlacht. “Hoe wist je dat dit zou werken?”
“We zijn al zo lang vrienden. Je bent er altijd voor me, in lichte en donkere tijden. Misschien heb je het gevoel dat je altijd in mijn schaduw zit, maar dat is waar je echt fonkelt. Ik wilde dat anderen dat ook zouden zien”. Robin bloost en laat daarmee haar diepe rode kleuren voor een laatste maal zien.
“Hoe zit het met jou dan? Vind je het leuk om altijd in de schijnwerpers te staan?”
“Ik vind het fijn dat anderen me nodig hebben, maar ik zou het niet erg vinden om een moment rust te hebben.”
“Ik denk dat ik je daar wel mee kan helpen”, zegt Robin met een lach en ze knipoogt.